Eeuw
v. (-en), 1. tijdvak van honderd jaren: een eeuw geleden; de 18de eeuw, de tijd van 1700 tot 1800; — de eeuwen, de tijden: in de loop der eeuwen; 2. geruime tijd: ik heb ze in geen eeuw gezien; als men moet wachten, duurt een uur soms een eeuw, zeer lang; 3. tijdvak, tijdperk, tijd in verband met personen...