Eenspan
o. (-nen), 1. trekdier dat alleen voor een wagen is gespannen; 2. rijtuig met één trekdier (inz. paard); 3. (gew.) lemoen.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-nen), 1. trekdier dat alleen voor een wagen is gespannen; 2. rijtuig met één trekdier (inz. paard); 3. (gew.) lemoen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. J. Bergsma (1906)
(Beilen, Rolde, Borger, Balinge), ienspan (Elp, Zweeloo, Diever, Smilde), einspan (Eelde, G.nijveen) lamoen; N. en midden-Drente ook kret. Zie aldaar.
I.M. Calisch (1864)
Eenspan, o. (-nen), rijtuig met één paard. *...STEMMIG, bn. (-er, -st), -LIJK, bijw. eendragtig, eenparig, van denzelfden inhoud; (muz.) met gelijke stemmen. -HEID, v. gmv. *...TAL, o. (-len), eenheid, het cijfer een. *...TJE, (B -N), o. (-s), kleine 1 (cijfer); (fig.) hij is er -! het is een kereltje! *...TOONIG, bn. en bijw. (-er...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: