Wat is de betekenis van eenbenig?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eenbenig

bn., één been hebbende.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eenbenig

eenbenig - Bijvoeglijk naamwoord 1. slechts over één been beschikkend 2. slechts met één been goed overweg kunnen Woordherkomst Samenstellende afleiding van een en been met het achtervoegsel -ig

Gerelateerde zoekopdrachten