Eenbenig
bn., één been hebbende.
Wiktionary (2019)
eenbenig - Bijvoeglijk naamwoord 1. slechts over één been beschikkend 2. slechts met één been goed overweg kunnen Woordherkomst Samenstellende afleiding van een en been met het achtervoegsel -ig
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: