Een vuilik of vuilak
Een gemeene vent, een vuilaard of een vuil(d)erik, zooals men in Zuid-Nederland zegt (Schuermans, 837; [i]Antw. Idiot.[/i] 1409); ook iemand die vuile, liederlijke taal uitslaat, een smeerpijp (zie Jord. II, 48); dial. ook een vlugge, schrandere jongen en aardig er bj. Vuilak is eene vervorming van vuilik,...