Eclecticus
(Gr.-Lat.), m. (...ci), persoon (oorspr. inz. wijsgeer) die zich aan geen stelsel bindt, maar van alle stelsels datgene uitkiest wat hem het beste dunkt.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Gr.-Lat.), m. (...ci), persoon (oorspr. inz. wijsgeer) die zich aan geen stelsel bindt, maar van alle stelsels datgene uitkiest wat hem het beste dunkt.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
|Lat., van Gr. eklektikos = uitkiezend, van ek-legein = uit-lezen] iem. die uit verscheidene stelsels het beste (naar zijn inzicht) kiest.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
m. eclectici (Gr.-Lat. [Gr. eklego = ik kies uit]: uitlezer: wijsgeer, die uit verschillende stelsels het beste neemt).
John Kooy (1933)
wijsgeer, die uit bestaande stelsels overneemt wat hij als juist beschouwt en dat bijeenvoegt.
Jozef Verschueren (1930)
(ek'lektikus) m. (...ci) (spr. si) [Lat. < Gr. eklegein, kiezen] hij die op wijsgerig, politiek, kunstgebied enz. uit verschillende stelsels het beste kiest.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Gr.], m. (-ci), persoon (oorspronkelijk m.n. een filosoof) die zich aan geen stelsel bindt, maar van alle stelsels datgene uitkiest wat hem het beste dunkt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: