Wat is de betekenis van Echtbreker?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Echtbreker

m. (-s), gehuwde man die zich aan overspel schuldig maakt.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

echtbreker

m. echtbrekers (iem., die schuldig is aan echtbreuk).

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Echtbreker

ECHTBREKER, m (-s), een gehuwde man die zich aan overspel schuldig maakt.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten