Echinolysium
Echinolýsium Bth. [G. Bentham], - an Gr. echīnos, zeeëgel (het gestekelde zeedier), egel (het gestekelde landdier); lusis, scheiding. - De naam zinspeelt terzelfdertijd op de (zee)egelachtige, dwz. genaalde kafjes en de afgebroken-aarvormige bloeiwijze.