Wat is de betekenis van echies?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

echies

(1906) (inf.) echt. Zie ook: voor het echie. • "En de kunsie's meneer had nog wel zoo "goochem z'n kaarten laten vallen." jefis, soo echies… net of-ie se werkelijk ferloor..." vond m'n ex-buur. (de Groene Amsterdammer, 29/04/1906) • Als je het uit echies zegt, ben 'k er voor te porre! (Willem van Iependaal: Kriebeltjes hoogtepu...

Gerelateerde zoekopdrachten