Wat is de betekenis van echel?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Echel

m. (-s), (Zuidn.) bloedzuiger.

2025-07-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

echel

Het begrip echel heeft 2 verschillende betekenissen: 1) bloedzuiger. ringworm die meestal leeft van het bloed van andere dieren dat hij met zuignappen opzuigt, en waarvan een soort, de medicinale bloedzuiger, vooral vroeger werd gebruikt in de geneeskunde; ringworm die bloed zuigt; bloedzuiger. 2) uitbuiter; uitzuiger. iemand die zic...

2025-07-25
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

èchel

(zn) bloedzuiger BM, EK, TM, WB.

2025-07-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

echel

Bloedzuiger; ook als scheldn. in toep. op pers. die van het werk van anderen profiteren, die anderen uitzuigen: woekeraar. Er zal wel nooit eer te halen zijn aan... de spichtige pakken buntgras, die zich in den grond vastzuigen als echels, BLOMMAERT 1945, 95. Ze roepen en tieren door mekaar. Houtekiet, hoe hebt ge dat gedaan gekregen? Houtekiet, h...

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

echel

m. echels (Z.-N. bloedzuiger): iem. de echels zetten, (e is kort).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

echel

('ɛchəl) m. (-s; -tje) [~ Gr. èchinos, egel] bloedzuiger.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

echel

echel, - m., bloedzuiger.

2025-07-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Echel

Echel, m. (-s), bloedzuiger.