Wat is de betekenis van dwarrelen?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dwarrelen

(dwarrelde, heeft gedwarreld), in een onregelmatige, min of meer kolkende of fladderende, zwevende beweging zijn of zich daarmee verplaatsen: de sneeuwvlokken dwarrelden langs mijn venster; dwarrelende gele bladeren; dwarrelend stof; dwarrelende rookwolkjes.

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dwarrelen

dwarrelen - Werkwoord 1. ergatief zijdelings heen en weer schommelend door de lucht afdalen De herfstbladeren dwarrelden uit de bomen. De sneeuw dwarrelde naar beneden

2025-07-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dwarrelen

dwarrelen - regelmatig werkwoord uitspraak: dwar-re-len 1. onregelmatig door de lucht zweven ♢ de bladeren dwarrelden naar beneden Regelmatig werkwoord: dwar-re-len ik dwarrel jij/u dwar...

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dwarrelen

v., dwar(re)lje, dwer(re)lje dwir(re)lje, teisterje; (v. d. wind) tw(j)irje, twirkje, twirlje; (v. sneeuw) wiskje; (v. rook), swing(j)e, swyngje; door elkaar, wifelje, wivelje.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dwarrelen

dwarrelde, h. gedwarreld (kringswijs, verward zweven; zich onregelmatig draaiende, voortbewegen): dwarrelende sneeuwvlokken.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dwarrelen

('dwarrələn) (dwarrelde, heeft gedwarreld) 1. wild en verward draaien : -de herfstbladeren. 2. zich verwarren : haar gedachten dwarrelden door haar hoofd.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dwarrelen

(dwarrelde, heeft en is gedwarreld), in een onregelmatige zwevende beweging zijn of zich daarmee verplaatsen: de sneeuwvlokken dwarrelden langs mijn venster.

2025-07-23
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

dwarrelen

dwarrelen ww. 'onregelmatig zweven' categorie: intensiefvorming of frequentatief, waarschijnlijk erfwoord Mnl. dar die stroem in kerd ende duerelt 'waar de stroom in draait en kolkt' [1285; CG II, Rijmb.]; vnnl. dwerlen 'onregelmatig bewegen of draaien' [1624; WNT], dwarrelen in het vaartuig dat hier dwarrelt...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dwarrelen

DWARRELEN, (het dwarrelde, heeft gedwarreld), min of meer draaiend heen en weer zweven de sneeuwvlokken dwarrelden langs mijn venster; dwarrelende gele bladeren; — opstuiven ‘t stof dwarrelde aan alle kanten. DWARRELING, v. (-en), het dwarrelen.