Wat is de betekenis van Dutsen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dutsen

(dutste, heeft gedutst), (gew.) 1. suffen, dutten; 2. lopen, sukkelen.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dutsen

dutsen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord duts

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dutsen

DUTSEN, (dutste, heeft gedutst), (gew.) loopen, sukkelen.