Wat is de betekenis van dupliceren?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dupliceren

(dupliceerde, heeft gedupliceerd), (<Lat.), op een repliek antwoorden.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dupliceren

dupliceren - Werkwoord 1. (inerg) op een repliek antwoorden, van dupliek dienen 2. (ov) kopiëren, verdubbelen Woordherkomst afgeleid van het Franse dupliquer (met het achtervoegsel -eren)

2025-07-24
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

dupliceren

1. Van spellen: reproduceren. Spelverdelingen kunnen voor de aanvang van een toernooi door een computer worden gegenereerd. Vervolgens worden de kaarten overeenkomstig in de mapjes gestopt (‘gedupliceerd’). Zo kan een groot aantal identieke series spellen gemaakt worden, waardoor duplicate bridge in optima forma mogelijk is. Bij sommige toernooien...

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Dupliceren

[Lat. duplicare, -plicatum = dubbel samenvouwen] antwoord geven op de repliek van aanvallende partij.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Dupliceren

kopiëren; antwoorden op een repliek

2025-07-24
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

dupliceren

zie: vermenigvuldigen.

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Dupliceren

verdubbelen; een tweede antwoord geven; op de repliek antwoorden,

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

dupliceren

een tweede antwoord geven; op de r e p l i e k antwoorden.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dupliceren

gedupliceerd; Lat. duplicare: een repliek beantwoorden.