DUMA
„stilzwijgen”. 1. Stad in het bergland van Juda, Joz. 15 : 52; thans een grote ruïne ed-Dome, 4 km ten N. van Daharije. 2. Schuilnaam voor Edom, Jes. 21 : 11. 3. Stamvader van een Ismaëlietische stam in Arabië, Gen. 25 : 14, waarschijnlijk de oase D. of Dumat el-gendel in N.-Arabië, thans el-Gôf (Dsjof).