Wat is de betekenis van dull?

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Dull

saai, flauw, slap

2025-07-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

dull

I. bot, stomp, dom; dof; suf, loom, traag; saai, mat, flauw, gedrukt; druilerig; dull of hearing, hardhorig; the dull season, de slappe tijd; be (feel) dull, zich vervelen; II. bot, stomp, dom, dof, suf maken; af-, verstompen; flauw stemmen; verdoven; III. afstompen; verflauwen, dof worden.

2025-07-27
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

dull

dof (percussiegeluid); dulness, dofheid.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

dull

dull, - (handelsterm) flauw, slap.