dubbelcheckt
dubbelcheckt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelchecken ♢ Jij dubbelcheckt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelchecken ♢ Hij dubbelcheckt 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van dubbelchecken ...