druppelaar
(1972) gonorrhoe, druiper. • Want van een rukkie met het handje kan je geen druppelaar of een oud siefje oplopen. (Haring Arie: Recht voor z'n raap. 1972).
Marc De Coster (2020-2025)
(1972) gonorrhoe, druiper. • Want van een rukkie met het handje kan je geen druppelaar of een oud siefje oplopen. (Haring Arie: Recht voor z'n raap. 1972).
Wiktionary (2019)
druppelaar - Zelfstandignaamwoord 1. flesje of buisje om een vloeistof druppelsgewijze te doseren Woordherkomst Naamwoord van handeling van druppelen met het achtervoegsel -aar
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Hans Heestermans (1977)
druppelaar - gonorrhoe, druiper. Want van een rukkie met het handje kan je geen druppelaar of een oud sief je oplopen, RvzR. 87 [1972].
Veerman (1954)
is iemand, die zorgde voor de tuberculine-indruppeling in de oogzak, in de tijd toen de ophthalmo-reactie nog als tuberculinatie-methode toepassing vond.
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: