druipkak
(plat) diarree: aan de - zijn. • Die hufters zijn aan de druipkak. (Bouke B. Jagt: De muskietenoorlog. 1976) • ... maar wanneer ze zeggen, dat ik me heb gedrukt en dat ik min of meer een verrader ben, kan ik over zoveel onbenul alleen mijn schouders ophalen. (Bert Hiddema: Ik loop, 1982)