droefsnoet
(1984) (scheldw.) meelijwekkend persoon; schlemiel; sukkel (zowel man als vrouw). Vgl. droeftoeter*. • Levensblije, charmante, jonge vrouw, 37 jr., 1.72, Acad. gevormd, eigenlijk niet gebonden, twee k. (3 + 6 jr.) eigen won. in Adam, wil in contact komen met een ongeb., aardige man (geen droefsnoet). (advertentie in Trouw, 05/05/1984) •...