Drijver
m. (-s), 1. die iets (voor zich heen) drijft (vgl. ossen-, ezeldrijver), in ’t bijz. die het wild bij een drijfjacht opjaagt; 2. iem. die (meest in ongunstige zin) een zaak wil doorzetten, er sterk voor ijvert; 3. voorwerp dat drijft of waarop iets drijft, in bijz. toepassingen: voorwerp dat de stand van de vloeistof in een vat...