Wat is de betekenis van DRIEVULDIGHEIDSDAG?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Drievuldigheidsdag

m., (R.-K.) de eerste Zondag na Pinksteren.

2025-07-25
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

DRIEVULDIGHEIDSDAG

is het feest, dat op Zondag na Pinksteren gevierd wordt ter ere van de H. Drieëenheid. Waarschijnlijk reeds ontstaan in de 10de eeuw, voerde paus Johannes XXII het in 1334 in voor de gehele Kerk. Ook in een aantal Kerken der Reformatie wordt het in toenemende mate gevierd.

2025-07-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

DRIEVULDIGHEIDSDAG

eerste Zondag na Pinksteren. Aanvankelijk een Zondag zonder dienst (Dominica vacat), omdat de plechtigheden van de vorige Zaterdag tot aan de morgen hadden geduurd, werd, toen die plechtigheden vervroegd werden, ook voor deze Zondag een formulier opgesteld. Reeds was deze door Alcuinus, leider van de Palatijnse school van Karel de Grote, aan de H....

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Drievuldigheidsdag

m. (R.-K. de eerste Zondag na Pinksteren).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Drievuldigheidsdag

m. feestdag ter ere van de H. Drievuldigheid op de eerste zondag na Pinksteren.

2025-07-25
Beknopt kerkelijk handwoordenboek

M.C. Nieuwbarn O.P. (1910)

Drievuldigheidsdag

feestdag (1334; P. Johannes XXII), te vieren op den 1en Zondag na Pinksteren (z.a.); ingesteld tot openbare belijdenis van ons geloof in dit goddel. dogma; wordt zonder groote plechtigheid gevierd, wijl op iederen Zondag des jaars dit geloofspunt wordt herdacht.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)