Drievoud
o. (-en), 1. grootheid of aantal van driemaal een oorspr. of gegeven grootheid of aantal; 2. getal dat door drie deelbaar is.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-en), 1. grootheid of aantal van driemaal een oorspr. of gegeven grootheid of aantal; 2. getal dat door drie deelbaar is.
Wiktionary (2019)
drievoud - Zelfstandignaamwoord 1. aantal dat driemaal zo groot is als het genoemde of bedoelde aantal drievoud - Bijvoeglijk naamwoord 1. drievoudig Woordherkomst afgeleid van drie met het achtervoegsel -voud
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-en), 1. grootheid of aantal van driemaal een oorspronkelijk(e) of gegeven grootheid of aantal; 2. getal dat door drie deelbaar is.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: