Driekant
I. zn. m., 1. (gew.) zeebies; 2. driehoekige hoed; 3. (diam.) elk der beide stukken waarin het kwart gekloofd wordt; II. bn., driekantig.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. zn. m., 1. (gew.) zeebies; 2. driehoekige hoed; 3. (diam.) elk der beide stukken waarin het kwart gekloofd wordt; II. bn., driekantig.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (spot.) (driekante) hoed van een gereformeerde predikant. • Driekant, spotnaam voor steek, oudtijds de (driekante) hoed van den predikant. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • Over de geschiedenis van den hoed heeft Gellert in een zijner fabelen geschreven;...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
I. zn. m., 1. driehoekige hoed; 2. (diamantbewerking) elk van de beide stukken waarin het kwart gekloofd wordt; II. bn., driekantig.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip driekant heeft 2 verschillende betekenissen: 1. driekant - DRIEKANT, m. (-en), priesterhoed. 2. driekant - DRIEKANT, o. (-en), driehoek; bn. driekantig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: