Wat is de betekenis van doyen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doyen

(Fr.), deken, oudste lid van een college, inz. van het corps diplomatique ter plaatse.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Doyen

oudste lid van een college

2025-07-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Doyen

[Fr. dwaje'], de oudste vertegenwoordiger (oudste in benoeming) van het corps diplomatique ter plaatse, van de hoogste klasse; zie ambassade.

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

doyen

oudste lid van liggaam (veral diplomatieke diens).

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Doyen

deken, oudste, drachme, o., Griekse munt; apothekersgewicht van bijna 4 gram.

2025-07-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Doyen

deken; oudste lid; doyen d'âge, oudste in jaren, nestor; doyen de la faculté, voorzitter van de faculteit.

2025-07-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Doyen

(Fr.), deken, decanus, speciaal gebruikt in D. d’âge, president krachtens ouderdom.

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

doyen

(Fr.) m. deken, oudste; ~ dâge, oudste in jaren.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

doyen

(Fr.), m. deken, oudste.