Wat is de betekenis van Dovig?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dovig

bn., een weinig doof.

2025-07-21
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dovig

('do:vəch) bn. en bw. min of meer doof.

2025-07-21
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dovig

bn., een weinig doof.

2025-07-21
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten