dove (persoon)
(‘do:və) m. en v. (-n) persoon die doof is : geen erger dan die niet horen wil; dat is aan geen gezegd, dat zal hij wel onthouden; voor -n prediken, geen gehoor vinden.
Jozef Verschueren (1930)
(‘do:və) m. en v. (-n) persoon die doof is : geen erger dan die niet horen wil; dat is aan geen gezegd, dat zal hij wel onthouden; voor -n prediken, geen gehoor vinden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: