Wat is de betekenis van doubt?

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

doubt

I. twijfel, onzekerheid; beyond doubt, out of doubt, without doubt, no doubt, ongetwijfeld, zonder twijfel; I make no doubt of it, ik twijfel er niet aan; II. twijfelen (aan of), weifelen; III. 1. betwijfelen; 2. vrezen, vermoeden.