Wat is de betekenis van doublespeak?

2025-07-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

doublespeak

(zelfstandig naamwoord) [alg.] tweetongigheid, met twee tongen spreken - 'Oorlog is vrede, onwetendheid is kracht' - wie voelt er geen nattigheid wanneer hij dit soort tweetongigheid leest.

Gerelateerde zoekopdrachten