Wat is de betekenis van dosseflikker?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

dosseflikker

(19e eeuw) (Barg.) kleermaker. Syn.: dradenbijter*; knipluis*; lappendief*; plunjeflikker*; ridder* van de naald; speetluis*; tafelspringer*. • As deuze kavelzjen gelyk ritsen moet het getrek van zelfs de bie schoeyen : mynen eersten bol was dosseflikker en trafaktege in e klits sjanksken; (Karel Broeckaert: Jelle en Mietje: gentsche...

Gerelateerde zoekopdrachten