Wat is de betekenis van Dorpsheer?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dorpsheer

m. (...heren), bezitter ener heerlijkheid waartoe een dorp behoort.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dorpsheer

m. (-heren), bezitter van een heerlijkheid, waartoe een dorp behoort.

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Dorpsheer

Dorpsheer, m. (-en), landheer. *...HUIS, o. (...zen), gemeentehuis van het dorp. *...WIJZE, bijw. bij dorpen; eene belasting - omslaan; (ook) op de wijze der dorpelingen.

Gerelateerde zoekopdrachten