Wat is de betekenis van Dopsteker?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

dopsteker

(19e eeuw) (Zuid-Afrika) dronkaard. • dopsteker dronkaard. (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 26/08/1891) • Dopsteker, (transv.), dronkaard. Hij steek een goeie dop = bedrinkt zich. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dopsteker

DOPSTEKER, m. (-s), (Z. A.) drinkebroer.

Gerelateerde zoekopdrachten