Wat is de betekenis van Doorzenden?

(zond door, heeft doorgezonden), 1. verder zenden: een tijdschrift doorzenden, naar een volgende lezer; — een verzoekschrift doorzenden, naar een andere (inz. hogere) instantie ; 2. (Zuidn.) wegzenden : 1 een bediende doorzenden.

doorzenden - Werkwoord 1. (ditr) iets dat ontvangen is weer verder sturen ♢ Ik zal je die e-mail doorzenden. Woordherkomst samenstelling van door(bijwoord) en zenden(werkwoord) Synoniemen doorsturen

(zond door, door-gezonden) - iemand doorzenden, iemand wegsturen of <fig.> iemand ontslaan.

(Iem.) wegzenden, wegsturen; in ’t bijz.: (iem.) ontslaan. «Straks, Greta! Laat ons samen naar Jan gaan... Hij ook werd doorgezonden en wrokt.» «Ik heb het gedacht!» zegt ze toonloos. «Als hij verneemt dat ook ik als een schurftige hond werd aan de deur gezet, zal hij begrijpen dat Luc geen schuld heeft», W...

zond door, h. doorgezonden (Z.-N. wegsturen, ontslaan); een knecht —.

(zond door, heeft doorgezonden), 1. verder zenden: een tijdschrift doorzenden, naar een volgende lezer; een verzoekschrift doorzenden, naar een andere (m.n. hogere) instantie; 2. (gew.) wegsturen, wegzenden, afdanken.

DOORZENDEN, (zond door, heeft doorgezonden), voortdurend zenden; door iets heen zenden; — een tijdschrift doorzenden, naar een volgenden lezer; — een verzoekschrift oorzenden, naar eene hoogere autoriteit, vgl. doorgeven, doorsturen, doorseinen; — (Zuidn. een bediende doorzenden, hem zijn ontslag geven.

...