Wat is de betekenis van Doorzakker?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

doorzakker

1) (1966) (inf.) iemand die doorzakt*. • Tegen half twee staan nog een paar controleurs onder hun hoge petten uit, de ingang te bewaken. Uit de stad kunnen nog wel mensen komen. Niet de echte genieter, de man die alle ronden in zijn kop heeft, maar wellicht de gewone doorzakker. (Het Parool, 13/12/1966) • Ik zie jullie wel denken. Jullie...

2025-07-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Doorzakker

Doorzakker is in de jaren vijftig gehoord in Den Haag en Zeeland. Het ligt voor de hand deze borrel naam te verklaren uit doorzakken in de betekenis 'te lang achter elkaar te veel alcohol gebruiken'. Deze betekenis is echter nog vrij jong. Van Dale vermeldt haar pas sinds 1976. Volgens zegslieden moet de herkomst van deze borrel naam dan ook heel e...

Gerelateerde zoekopdrachten