Wat is de betekenis van doortrapper?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

doortrapper

(1966) (scheldw.) gemeen persoon. • Als je soms graag een peer op je smoel hebt, zei Louis-den-enen-Arm, dan moet j'het maar zeggen, hoor! Jij godverdommesen doortrapper! (Jozef de Ridder: Jorre en het blauwe lint. 1966)

2025-07-28
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Doortrapper

Doortrapper - vast tandwiel op het achterwiel; het tegengestelde van een freewheel. Bij baanfietsen ontbreekt het freewheel of vrijwiel.

2025-07-28
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

doortrapper

Vast tandwiel op het achterwiel; het tegengestelde van een freewheel. Bij baanfietsen ontbreekt het freewheel. Tot in de jaren zestig van vorige eeuw gold het trainen op een doortrapper met een licht verzet als de beste manier om in het voorjaar in vorm te komen. Ook overdrachtelijk gebruikt voor een fiets met een dergelijk tandwiel. Schulte zou so...

2025-07-28
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

doortrapper

(de; -s) 1 - fiets zonder vrijwiel • Eigenlijk is een doortrapper een vast tandwieltje op het achterwiel, waardoor het niet mogelijk is tijdens het pedaleren de benen stil te houden. (ZOMER) 2 - renner die gedurende lange tijd in een hoog tempo kan fietsen.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Doortrapper

s,, trochtraper.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten