doorprakker
(2004) (Amsterdam) iemand die altijd op de versiertoer is. • (Hans Heestermans & Ditte Simons: Mokums woordenboek. 2014) • (Onze Taal. Taalpost, 30/01/2015)
Wat is de betekenis van doorprakker?
Mokums woordenboek
Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)
doorprakker
(< door, aanhoudend (vgl. doorademen) + prakken ‘omspitten’ + -er), man die altijd op de versiertoer is: VERMAAK 60.
Gerelateerde zoekopdrachten
