Wat is de betekenis van Doornsluiper?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doornsluiper

m., griel (Burhinus venicnemus).

2025-07-25
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Doornsluiper

Volksnaam voor de Griel ← [Houttuyn 1763; Schlegel 1852]. Toen deze soort nog in de hollandse duinen broedde, hield hij zich bij voorkeur op in Duindoornstruwelen [Thijsse 1938]. Indien het nodig was zich te verplaatsen (bij naderend gevaar bijv.), gebeurde dat zo heimelijk als maar mogelijk was (het kenmerk van sluipen). Albarda 1897 vermeldt...

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Doornsluiper

andere naam voor → bastaardnachtegaal.

2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doornsluiper

Doornsluiper - zie GRIEL.

2025-07-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Doornsluiper

andere naam van de griel, een trapganssoort van de familie der Grielachtigen, Oedicnemidae, en van het geslacht der Grieken, Oedicnemis.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doornsluiper

DOORNSLUIPER, m. (-s), de kleinste soort van trapgans, hier ook inheemsch, ter grootte van een woudduif (oedicnemus), griel.

Gerelateerde zoekopdrachten