Wat is de betekenis van Doorklauteren?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doorklauteren

DOORKLAUTEREN, (klauterde door, heeft en is doorgeklauterd), aanhoudend klauteren; hooger klauteren; door eene opening klauteren; door klauteren stukmaken, wonden hij heeft zijne broek, hij heeft zich de huid doorgeklauterd.

Gerelateerde zoekopdrachten