Dooplid
o. (...leden), die door doop tot een kerkgenootschap behoort.
Wiktionary (2019)
dooplid - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die door de doop lid is geworden van een kerkgenootschap ♢ De rooms-katholieke kerk gaat het al haar leden makkelijker maken zich uit te schrijven. Dit heeft de bisschoppenconferentie dinsdag afgesproken. Eén brief naar de parochie waar een katholiek als dooplid...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-leden), in sommige protestantse kerken de aanduiding van degenen die wel zijn gedoopt, maar die niet door openbare belijdenis van het geloof tot de volle gemeenschap van de kerk zijn toegetreden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: