Wat is de betekenis van dooplid?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dooplid

o. (...leden), die door doop tot een kerkgenootschap behoort.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dooplid

dooplid - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die door de doop lid is geworden van een kerkgenootschap De rooms-katholieke kerk gaat het al haar leden makkelijker maken zich uit te schrijven. Dit heeft de bisschoppenconferentie dinsdag afgesproken. Eén brief naar de parochie waar een katholiek als dooplid...

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dooplid

('do:p) o. (...leden) Prot. door de doop. lid van een kerkgenootschap.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dooplid

o. (-leden), in sommige protestantse kerken de aanduiding van degenen die wel zijn gedoopt, maar die niet door openbare belijdenis van het geloof tot de volle gemeenschap van de kerk zijn toegetreden.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten