Doopeling
Elk menschelijk wezen, hoe klein ook, is bekwaam het d. te ontvangen; dus moet men trachten het te doopen ook bij miskraam of afdrijving (C.I.C. can. 747); of bij dringend stervensgevaar in den moederschoot (can. 746) zonder echter eigenlijke vruchtafdrijving daartoe te veroorzaken; of na het overlijden der zwangere moeder (ibid.). Kinderen, nog ni...