Wat is de betekenis van Doopcedel?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doopcedel

v. (-s), DOOPCEEL, v. (...celen), eig. uittreksel uit het doopboek, bewijs van geboorte; thans alleen fig.: iemands doopceel lichten, alles vertellen, wat men van hem weet, inz. het ongunstige.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doopcedel

DOOPCEDEL, v. (-s), ...CEEL, v. (-en), uittreksel uit het doopboek; bewijs van geboorte; — (fig.) iemands doopceel lichten, alles vertellen, wat men van hem weet, inz. het ongunstige. DOOPDAG, m. (-en); ...DEKEN, v. (-s). DOOPELING, m en v. (-en), kind dat ten doop wordt gehouden. DOOPELINGE, v. (-n)

Gerelateerde zoekopdrachten