Doopcedel
v. (-s), DOOPCEEL, v. (...celen), eig. uittreksel uit het doopboek, bewijs van geboorte; thans alleen fig.: iemands doopceel lichten, alles vertellen, wat men van hem weet, inz. het ongunstige.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-s), DOOPCEEL, v. (...celen), eig. uittreksel uit het doopboek, bewijs van geboorte; thans alleen fig.: iemands doopceel lichten, alles vertellen, wat men van hem weet, inz. het ongunstige.
J.H. van Dale (1898)
DOOPCEDEL, v. (-s), ...CEEL, v. (-en), uittreksel uit het doopboek; bewijs van geboorte; — (fig.) iemands doopceel lichten, alles vertellen, wat men van hem weet, inz. het ongunstige. DOOPDAG, m. (-en); ...DEKEN, v. (-s). DOOPELING, m en v. (-en), kind dat ten doop wordt gehouden. DOOPELINGE, v. (-n)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: