Wat is de betekenis van Doopborgen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doopborgen

mv., (R.-K.) peter en meter.

2025-07-28
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Doopborgen

degenen, die zich bij het → doopsel borg stellen voor de christelijke vorming van den doopeling. Afzonderlijk worden ze → peter en → meter genoemd. Uitgesloten zijn daarvan de ouders, echtegenoot(e), kinderen, religieusen en hoogere geestelijken, niet-katholieken en met-name-geëxcommuniceerden. De doopborgen moeten bij den doop...

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doopborgen

mv. peter en meter.

2025-07-28
Beknopt kerkelijk handwoordenboek

M.C. Nieuwbarn O.P. (1910)

Doopborgen

Doopborgen of peter en meter; door hen (of een van beiden) wordt in naam van den doopeling de geloofsbelijdenis en doopbelofte afgelegd; zij moeten goede kathol. zijn; dragen, bij ontstentenis der ouders, de verplichting voor een goede opvoeding; kunnen noch met den gedoopte noch met diens ouders huwen: geestelijke verwantschap (z.a.).

Gerelateerde zoekopdrachten