Wat is de betekenis van Doodkruid?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doodkruid

o., plant met vergiftige bessen, ook wolfskers en (dolmakende) nachtschade geheten (Atropa belladonna).

2025-07-27
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Doodkruid

Belangrijk geneeskruid van fam. Solanaceae. Kruid, blad en wortel bevatten giftige alkaloïden (z. Atropa).

2025-07-27
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Doodkruid

wolfskers, een inheemse gifplant, de atropa belladonna, zie aldaar.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doodkruid

o. (belladonna); het — van de menigt' der glimmervrucht gekromd.

2025-07-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Doodkruid

of wolfskers (Atropa belladonna), een plantensoort, over geheel Europa en Oostelijk in Azië tot Perzië verspreid, behoort tot de nachtschaden, Solanaceae, en wordt ook wel belladonna genoemd. Dit kruidgewas wordt 1,50 m hoog, heeft groote bladeren, vuilroode bloemen en glanzend zwarte bessen met violetkleurig sap, die zeer vergiftig zijn...

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doodkruid

o. [gebruikt om wolven mee te vergiftigen) vergiftig kruid met grauwgroene, zacht behaarde bladeren, roodbruine bloemen en glinsterend zwarte bessen (Atropa belladonna): uit het wordt atropine bereid. Syn. wolfskers.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doodkruid

o., nachtschade, Atropa belladonna.

2025-07-27
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Doodkruid

zie Atropa.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doodkruid

DOODKRUID, o. ook wolfskers en dolmakende nachtschade geheeten (atropa belladonna).