Wat is de betekenis van Doodeter?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doodeter

m. (-s), DOODEETSTER, v. (-s), ledigloper, -loopster die ten laste van een ander leeft; nietsnutter ; oud nutteloos paard ; — saaierd.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

doodeter

(18e eeuw, vero.) (inf.) leegloper; nietsnut. Syn.: doodvreter*. • 't Is een doodeeter. Dit zegt men van ymand, die behalven te eeten, niets meer verricht, dan of hy dood ware, en enkel ballast. Zo zend men ymand die ’t verkorven heeft, en daarom van alle bedieningen en wedden ontbloot is, uit Indien wel met de schepen voor doodeeter naa...

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doodeter

m. -s (leegloper; iem., die wel eet, maar niets uitvoert); vr. -eetster, v. -s.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doodeter

('do:d) m. (-s) hij die wel eet, maar niet werkt.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doodeter

m. (-s), leegloper die ten laste van een ander leeft; nietsnutter; oud nutteloos paard; mispunt.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doodeter

DOODETER, m. (-s), ...EETSTER, v. (-s), lediglooper, -loopster die ten laste van een ander leeft; oud nutteloos paard, knol. ,

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Doodeter

Doodeter, m. (-s), *...EETSTER, v. (-s), lediglooper, -loopster, die ten laste van een ander leeft; oud nutteloos paard, knol. *...GRAVER, m. (-s), die de grafkuilen maakt; bewaarder van het kerkhof; (ook) soort kever.