dom (niet slim)
bn. en bw. (-mer, —st) 1. met weinig of geen verstand : zo als een ezel; een kind; hij is nog zo niet als hij eruit ziet; zich - of van den -me houden, [verbastering van van de dommen] doen alsof men van een zaak niets weet; zo als hij groot is, aartsdom. → duivel. Syn. onkundig, onnozel, onwetend. Tgst. → verstandig. 2. van weini...