Dom (huis)
(< Lat. domus = huis), oude naam (in Duitschl. en Ned., in Italië: duomo) voor de woning van den bisschop; dan ook en vooral voor zijn kerk, en zelfs voor den toren. In afwijkende beteekenis ook voor koepel (Fransch dôme, < Lat. en Gr. doma = plat dak). Louwerse.