Wat is de betekenis van Dolichocefaal?

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Dolichocefaal

[v. Gr. dolichos = lang, en kephalè = hoofd] I zn langschedelig persoon; II bn langschedelig.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Dolichocefaal

(dolychocefaal) langschedelig(e)

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dolichocefaal

(dolichose'fa:l) [Gr. dolichos, lang + kephalè, hoofd] 1. bn. (...fale) langschedelig. 2. m. en v. (...falen) langschedelig mens, bij wie de grootste breedte van de schedel, aanmerkelijk korter is dan de grootste lengte, en hoogstens 75 ”0 daarvan bedraagt : de noordelijke rassen bestaan uit ...falen. Tgst. → brachycefaal.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dolichocefaal

[Gr. dolichos, lang, kefale, hoofd], I. bn., langschedelig; II. zn. m./v. (-falen), langschedelige.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten