dokter Snel
(19e eeuw, vero.) (epon.) glas wijn gedronken aan het middag- of avondeten; in de uitdrukking ‘de gezondheid van dokter Snel’: gezegd als toost. Mogelijk naar de Rotterdamse arts die een glas wijn voor het eten (een zgn. snelletje) aanprees. • De gezondheid van dokter Snel, Of van dokters Nel. [Waar de drinkgelagen nog niet zijn af...