Wat is de betekenis van dofheid?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dofheid

v., het dof-zijn.

2025-07-22
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dofheid

s., doffens; (van geluid), dompens.

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dofheid

('dof) v. het dof zijn.

2025-07-22
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten