Wat is de betekenis van Doemdenken?

(1979) gevoel van pessimisme en moedeloosheid omtrent het milieu, de bewapeningswedloop (angst voor een nucleaire oorlog) en de economie; fatalisme; de gedachte dat het einde der tijden nabij was. In 1972 bracht de Club van Rome haar rapport ‘Grenzen aan de groei’ uit. Daarin stond de onheilspellende boodschap dat (volgens computermodel...

doemdenken - Werkwoord 1. het hebben van een nogal fatalistische, sombere visie op de toekomst ♢ Denken dat het wikiwoordenboek nooit af zal komen is geen vorm van doemdenken. Woordherkomst samenstelling van doem en denken Verwante begrippen doemdenkerij

Doemdenken - sombere gedachten koesteren over de maatschappij. Dit woord werd begin jaren tachtig gelanceerd door het Simplistisch Verbond (Van Kooten en De Bie) en is nog steeds erg populair. Vrijwel elk produkt van technische ontwikkeling valt een nogal tweeslachtige waardering ten deel. Aan de ene kant is er de verwachting dat met deze technisch...

Hylke Tromp is een typische ‘platlander’, zoals zovele doemdenkers: de wereld is eindig en we kukelen over de rand. (Trouw 22-11-1995) Geen ander woord van Van Kooten en De Bie is zo aangeslagen als doemdenken. Het is zo succesvol dat bijna niemand meer weet dat het door hen is verzonnen. Sterker nog: het is zo ingeburgerd dat zelfs Van...

Uitgaan van veel te sombere verwachtingen. Zo verwijt premier Lubbers de oppositie te doemdenken over het herstel van de werkgelegenheid in de komende jaren.

Onbep.w., zwartkijken, de toekomst somber inzien: zich tot - [i]laten verleiden. [/i]

onbep.w., zwartkijken, de toekomst somber inzien: zich tot — laten verleiden. doe'-vakantie, v. (-s), vakantie waarin men actief bezig is, waarin men iets onderneemt.

doemdenken geleed woord, geleerde schepping, bedenker bekend Zie: doem

...