Wat is de betekenis van doelloos?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doelloos

bn. bw. (...lozer, -t), geen doel hebbend, zonder doel: een doelloos leven; doelloos ronddwalen; — niet tot een doel kunnende leiden : dat is volstrekt doelloos.

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

doelloos

doelloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder te weten waartoe iets dient of waar men heen wil En zo begon zijn doelloze zwerftocht, die hem uiteindelijk naar de westkust zou voeren. Ook, of misschien wel juist, met doelloos rondzwerven kun je ergens komen....

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

doelloos

doelloos - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: doel-loos 1. zonder plannen, zonder nut ♢ hij stond doelloos voor zich uit te staren Bijvoeglijk naamwoord: doel-loos ... is doellozer dan ... ...

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

doelloos

sonder doel.

2025-07-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Doelloos

ad). & adv., doelleas, sûnder doel.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doelloos

bn., bw.; doellozer, -t (zonder doel): een - werk; - rondlopen; beter: nutteloos.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doelloos

bn. en bw. (...lozer, -t) zonder doel : een werk; ronddwalen.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doelloos

bn. en bw. (-lozer, meest doelloos), geen doel hebbend, zonder doel: een doelloos leven; doelloos ronddwalen; niet tot een doel kunnende leiden: dat is volstrekt doelloos.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doelloos

DOELLOOS, bn. bw. (...loozer, -t), zonder doel: een doelloos leven; doelloos ronddwalen. DOELLOOSHEID, v.