Wat is de betekenis van dodelijk?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dodelijk

bn. bw. (-er, -st), 1. de dood veroorzakende : een dodelijk vergift; een dodelijke wonde; bw.: zó dat de dood er het gevolg van is : dodelijk getroffen; 2. met de dood gepaard gaande : een ongeval met dodelijke afloop ; 3. zeer hevig, tot de dood toe, in zeer hoge mate: een dodelijke haal; in dodelijke verlegenheid ;...

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

dodelijk

(2007) (jeugd) goed, mooi: 'Mijn vriendin is dodelijk.' Vgl. gruwelijk*. • Straattaal weerspiegelt de belevingswereld van de jongeren die haar gebruiken. En waar praten die over? Over dingen die ze goed of slecht vinden, over uitgaan, uiterlijk en seks. Vooral het aantal woorden dat ongeveer ‘heel goed’ betekent...

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dodelijk

dodelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. de dood veroorzakend Een dodelijk verkeersongeval, dodelijke gassen. 2. heel afmattend, bijzonder lastig: De Koppenberg bleek alweer dodelijk in de Ronde van Vlaanderen. 3. heel ongunstig, rampz...

2025-07-29
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

dodelijk

Het downgaan van het contract veroorzakend. Gesproken wordt van een dodelijke uitkomst, een dodelijke switch en dodelijk tegenspel.

2025-07-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dodelijk

dodelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: do-de-lijk 1. waar je aan doodgaat ♢ kanker is vaak een dodelijke ziekte Bijvoeglijk naamwoord: do-de-lijk ... is dodelijker dan ... het dodel...

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dodelijk

ad). & adv., deadlik.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dodelijk

bn., bw. (1 de dood veroorzakend; 2 met de dood gepaard): 1 e.- schot, een - vergift; 2 een -e afloop; nog: een -e angst, erg; zich - vervelen, - verlegen, zeer; - van (of: naar), zeer verliefd, dol op.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dodelijk

(‘do:dəlek) I. bn. en bw. (-er, -st) 1. de dood veroorzakend : een schot; een vergift; een -e wonde. 2. met de dood gepaard gaande: een -e afloop. 3. zeer hevig : -e angst; verliefd op elkander. 4. zeer verliefd, dol op : zij waren naar elkander; van bals. II. bw. in hoge mate : zich vervelen; zij is (verliefd) op hem.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dodelijk

bn. en bw. (-er, -st), 1. de dood veroorzakend: een dodelijk vergift; een dodelijk schot; bw.: zó dat de dood er het gevolg van is: dodelijk getroffen; 2. met de dood gepaard gaande: een ongeval met dodelijke afloop; 3. zeer hevig, tot de dood toe, in zeer hoge mate: een dodelijke haat; verliefd, vanwaarbij afkorting: dodelijk van iemand z...